Deze week verscheen een rapport over de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen in vier Natura 2000 gebieden in Drenthe. Het onderzoek was op verzoek van Natuurmonumenten uitgevoerd. Er waren 31 bestrijdingsmiddelen aangetroffen. Gelijk een Pavlov reactie werd met de beschuldigende vinger naar de landbouw gewezen. Onterecht naar nu blijkt.
De persvoorlichter van Natuurmonumenten legde een verband met de landbouw. Het onderzoek vond geen verband tussen de gevonden bestrijdingsmiddelen en de afstand tot landbouwgebieden. Dat zou aanleiding moeten zijn geweest om naar andere bronnen te zoeken.
De 4 meest gevonden middelen worden niet in de agrarische sector gebruikt. Planten produceren ze zelf, komen vrij bij verbranding, zijn bestanddeel van industriële reinigingsmiddelen of zijn, zoals Deet, een insectenwerend middel.
Difenyl werd zowel in frequentie als volume het meest aangetroffen. Een stof wordt gevormd bij verbranding. De Nederlandse personenauto’s produceren per jaar 6000 kg van deze stof. Het rapport ging hier volledig aan voorbij.
Het is niet de eerste keer dat Natuurmonumenten onderzoeksresultaten gekleurd communiceert en zonder bewijs naar de landbouw wijst. Zelfs wanneer de rapporten vermeldden dat de oorzaak onbekend is.
In maart 2018 verscheen het rapport:” Alle beestjes helpen”. In het begeleidende persbericht werd gesproken over een dramatische achteruitgang van 5 insectensoorten. Alleen de wantsen waren stabiel. De insectenstand zou met 70 % zijn afgenomen. De directeur van Natuurmonumenten legde een verband met het gebruik van bestrijdingsmiddelen door de landbouw. De wetenschappelijke publicatie over dit onderzoek ( C.A. Hallmann et al, 2019) noemt slechts over de teruggang van 3 van de 6 onderzochte soorten.
Volgens diezelfde perspublicatie van Natuurmonumenten was de stand van haften(eendagsvliegen) in 27 jaar met 98 % teruggelopen, terwijl Hallmann de stand van deze populatie stabiel noemt. In de periode van 2009 tot 2017 is populatie haften zelfs een licht stijgend. Een creatief staaltje datashopping zorgde voor publicitair aantrekkelijke cijfers.
Het onderzoek vond plaats over een periode van 12 jaar. Alleen in de laatste 9 jaar waren de cijfers in opeen volgende jaren beschikbaar. Wetenschappelijk dus volkomen juist om alleen die cijfers te gebruiken. Maar men ging verder. De cijfers van 12 jaar werden geëxtrapoleerd naar een periode van 27 jaar. Een wetenschappelijke doodzonde.
Iets vergelijkbaars gaat op voor gaasvliegen. De onderzoekers vonden de trend in hun aantallen te onduidelijk om een eenduidige conclusies te kunnen trekken. Natuurmonumenten noemde een teruggang van 72 %.
Natuurmonumenten maakt zich terecht zorgen over ons leefmilieu en de insecten stand. Het selectief winkelen in gegevens, het overdrijven van de resultaten en het systematisch wijzen naar de agrarische sector maakt de organisatie ongeloofwaardig. De leden van Natuurmonumenten hebben recht op objectieve en betrouwbare informatie. De uitspraak dat de insecten stand met 70 % afgenomen is, is op zijn minst overdreven.
Hoi Piet, mooi stukje.
Maar laat je dit soort kritische noten ook publiceren in het blad van de Natuur monumenten ? Terecht hebben de lezer hier recht op .. en eigenlijk de landbouwers ook !
Zij worden bijv. voor een groot gedeelte voor de stikstof uitstoot als dader aangewezen …. maar in de corona-tijd is deze stikstof uitstoot behoorlijk gedaald… maar de landbouwers vrolijk doorgewerkt … ( heb ik gelezen, niet zelf onderzocht …)
Of wil Natuurmonumenten geen kritische teksten plaatsen ?
Bijv onder “lezers schrijven” !
Leuk om iets van je te lezen
Groeten, Ruud.