Kiezersdilemma

Bij de verkiezingen deze week strijden de  landelijke politieke leiders om de gunst van de kiezer. Deze provinciale verkiezingen bepalen meer dan ooit de toekomstige Haagse verhoudingen. Tijdens televisiedebatten raken de provinciale thema’s ondergesneeuwd en komen nauwelijks aan de orde.  Bij de regionaal belangrijke thema’s voel ik me meer verwant met een andere partij dan bij de landelijke vraagstukken. Dat maakt de keuze deze keer duvels ingewikkeld.

Naar verwachting zal de coalitie haar meerderheid in de Eerste Kamer gaan verliezen. Juist omdat de Eerste Kamer meer politiek stelling neemt wordt haar samenstelling belangrijk. Dat verklaart ook de extreem grote media aandacht.

Als ik de mogelijkheid had, koos ik voor verschillende partijen voor de Eerste Kamer en voor de Provinciale Staten. Landelijk spelen  thema’s als onderwijs, pensioenen, inkomensverdeling en klimaat.  Dat zijn totaal andere vraagstukken  dan ruimtelijke ordening, openbaar vervoer infrastructuur en de verhouding tussen  natuur en landbouw, waar de provincie zeggenschap over heeft.

Ik vind klimaat, inkomensverdeling en onderwijs belangrijke onderwerpen waar ik een duidelijke mening over heb. Het zou logisch zijn dat ik mijn keuze daardoor laat bepalen. Het zou het kabinet dwingen om meer rekening te houden met de standpunten van  mijn geestverwanten.

Door het systeem van getrapte verkiezingen heeft mijn stem als inwoner van Flevoland voor de Eerste Kamer meer gewicht dan die van een Noordhollander. Per 10.000 inwoners heeft Flevoland 1 stem in de verkiezingen voor de Eerste Kamer, voor Noord Holland is dat één per 50.000 inwoners. Het is voor Flevolanders een buitenkansje om meer invloed te hebben op de besluitvorming op het Binnenhof.

Regionale thema’s hebben direct invloed op de eigen leefomgeving. Ook daar wil ik invloed op hebben. Ik wil mijn stem laten gelden over zaken als landbouw en natuur, de ruimtelijke ordening en  stimuleren van de regionale economie.

Daarnaast ben ik meer bekend met het functioneren een aantal statenleden dan senatoren . Sommigen hebben het in mijn ogen goed gedaan, anderen juist niet. Voor allemaal geldt dat zij zich in hebben gezet voor het algemeen belang. Hen niet te waarderen door mijn stem te laten bepalen door de landelijke politiek geeft een licht schaamtegevoel.

Ik overweeg tegenwicht te bieden aan de nationale campagnes en mijn betrokkenheid bij Flevoland de prioriteit te geven. Zeker is dat nog niet. Het is niet uitgesloten dat ik in het kieshokje nog een munt moet opgooien en het lot laat beslissen, welke partij en welke persoon mijn stem krijgt. Het zal een keuze worden waar ik lang over heb nagedacht, maar desondanks een ongemakkelijk gevoel geeft.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *