In een oase bouw je geen huizen

Het woningtekort staat hoog op de formatieagenda. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) is op zoek gegaan naar geschikte gebieden om woningen te bouwen.  Op basis van een set criteria werden veel gebieden uitgesloten. Het voedselproducerend vermogen van de grond was geen criterium waardoor waardevolle landbouwgrond als bouwgrond wordt aangemerkt.

Tot 2030 is ca 18.400 ha grond nodig om het woningtekort op te heffen. In de verkenning naar bouwlocaties werden bossen, duinen  en de omgeving van Natura 2000 gebieden uitgesloten. Dat geldt ook voor gebieden met cultuurhistorische waarden. Met hongerige ogen werd naar  groene locaties met een agrarische bestemming gekeken.

De agrarische sector verzet zich tegen de verdere afkalving van de landbouw. Het is maar 1.4 % van de agrarische oppervlakte is het verweer van Bouwend Nederland . Voor de landbouw is het weer een stap in de uitfasering van de agrarische sector. De veehouderij moet verminderen om de stikstofimpasse te doorbreken.

De laatste 20 jaar is al ruim 8 % landbouwgrond opgeofferd voor asfalt, industrie, woningen, zonnepanelen of natuur. Terwijl voor de maatschappelijk gewenste verduurzaming van de landbouw juist extra grond nodig is.

Het EIB rapport noemt de vruchtbare gebieden  Goeree-Overflakkee, de Haarlemmermeer, de Hoekse waard en Zuidelijk Flevoland als potentiële bouwlocaties.  De waarde van goede landbouwgrond wordt miskend. Voedselproductie is ondergeschikt aan de bouwdrang.

De doorsnee Nederlander denkt dat we voldoende voedsel zelf produceren. De trots van de Nederlandse agrarische sector als tweede landbouwexporteur ter wereld, werkt nu als een boemerang.  Tegelijkertijd importeren we ook veel ten behoeve van onze eigen voedselvoorziening. . Zelfs al zouden we alleen voor de eigen bevolking produceren  dan nog  is 2 keer zoveel land nodig als nu beschikbaar is.

Iedere hectare vruchtbare grond die verloren gaat moet bovendien worden gecompenseerd door meer land te ontginnen elders. De productiviteit is daar lager. Dus is voor dezelfde productie meer land nodig dan hier verloren gaat. De afname van de voedsel hier gaat ook  in tegen de maatschappelijke wens om regionaal voedsel te produceren.  

De discussie riep herinneringen op aan een reis, die ik maakte door het zuiden van Marokko.   Dagenlang reden we door de droge kale steenvlakte met een enkele zandheuvel. Het grijze groen van een schaarse boom of struik in een opgedroogde rivierbedding bracht kleur in de stoffige omgeving.

Terwijl de schemering snel als een deken over het landschap viel arriveerden we bij een oase om te overnachten. De volgende ochtend wandelden we een berg op. We hadden uitzicht op de oase in het landschap. Het viel op dat de huizen rond de oase stonden. Op mijn vraag waarom de huizen in de brandende zon stonden en niet in het lommerrijke groen, kreeg ik een meewarige blik. De grond in de oase is te vruchtbaar om huizen in te bouwen.

De woestijnbewoners kennen de waarde van vruchtbare grond.  Er zal grond nodig zijn voor woningen. Het getuigt van ecologisch verstand als niet in vruchtbare gebieden wordt gebouwd maar juist in gebieden die voor de voedselproductie minder waardevol zijn of in de steden.  

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *