Duurzaamheidsrapport CLM is goede aanzet

Vorige week publiceerde het CLM het rapport:” Duurzaamheidseffecten van stikstof-en klimaatmaatregelen voor de landbouw”. Het rapport geeft een integrale beoordeling van maatregelen om de emissies uit de landbouw te beperken  op  een breed scala aan duurzaamheidsthema’s. Het kan beleidsmakers helpen bij hun besluitvorming.  Een van de  conclusies is dat vermindering van de veestapel in Nederland niet duurzaam is als de consumptie van dierlijke eiwitten niet afneemt.  

CLM verdient complimenten om maatregelen om één probleem op te lossen te beoordelen op verschillende duurzaamheidsthema’s. De auteurs wogen ieder duurzaamheidskenmerk even zwaar. Dat kan ook niet anders. Iedere keuze lokt discussie uit. Zelfs een overzicht waarbij de maatregelen evenveel gewicht hebben gekregen is discutabel.

Beperking van de import van kalveren met 50 % en het uitkopen van 5 % van melkvee bij Natura 2000 gebieden zijn de meest duurzame maatregelen. Vervanging van  25 % van de kunstmest  door dierlijke mest, verdunnen van drijfmest met 50 % water en luchtwassers op pluimvee- en varkensstallen zijn volgens deze benadering het minst effectief voor duurzaamheid.

Verkleining van de veestapel scoort goed als verbetering van de duurzaamheid.  Terecht vermeldt het rapport dat verkleining van de veestapel de milieubelasting in Nederland vermindert. Als de consumptie van dierlijke producten niet gelijktijdig verandert, wordt de milieubelasting verplaatst naar het buitenland. Het is jammer dat alleen het effect op broeikasgassen in het buitenland is meegenomen. Andere negatieve effecten van verplaatsing naar het buitenland blijven buiten beschouwing. Dat doet onrecht aan de Nederlandse veehouders die op dierwelzijn en antibioticagebruik beter scoren.

Opvallend was dat meer maatregelen een negatief zijn voor diergezondheid dan dat maatregelen positief werken. De negatieve effecten werden genoemd bij lagere N aanvoer op melkveebedrijven, minder N-bemesting, introductie van vlinderbloemigen en luchtwassers op varkens-en pluimveestallen.  

Veel punten in het rapport nodigen uit tot discussie en kunnen genuanceerd worden. De auteurs moesten bovendien voor een aantal kenmerken vertrouwen op  “expert judgements”. Dat neemt niet weg dat het breder beoordelen van de maatregelen dan alleen het primaire doel, een goede benadering is.

 Het rapport is een goede aanzet. Aanvulling van het rapport met  technische oplossingen en  voermaatregelen en de effecten op sociaaleconomische aspecten maakt het rapport vollediger. Voor een integrale beoordeling van maatregelen zijn aspecten als directe en indirecte werkgelegenheid,  inkomens van veehouders en behoud van de infrastructuur van de veehouderij onontbeerlijk. Pas dan kunnen beleidsmakers er echt hun voordeel mee doen.

Het rapport is te downloaden op:  https://www.clm.nl/publicatie/188/18

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *