De tulpenvelden hebben Flevoland omgetoverd in een veelkleurig schouwspel. Luchtfoto’s zouden niet misstaan op tentoonstellingen over de Stijl. Het is een verademing na de donkere grijsgrauwe vlakten in de winter. Hordes dagjesmensen weten dat ook, ze nemen de polder in bezit en trekken zich nergens wat van aan.
De wandel-, fiets- en autoroutes leiden toeristen langs de bollenvelden. Talloze vrijwilligers hebben zich uitgesloofd om de buitenwereld die schoonheid te tonen en het saaie imago van de streek op te fleuren. Hier en daar probeert een gezin een graantje mee te pikken door een zomerse Koek en Zopie op te zetten of hun huis via Airbenb te verhuren.
De over de smalle polderwegen kronkelende verkeersslang roept beelden uit het verleden op. De tot de nok toe met kinderen en opa en oma’s gevulde gezinsauto’s zijn ingeruild voor glimmende cabriolets met gesoigneerde pettendragers en buitenlandse campers met grijze koppen.
Ik mis de bloemenslingers, die vroeger in de echte bollenstreek door kinderen verkocht werden aan stapvoets file rijdende automobilisten. De op de motorkap van de auto vastgebonden rood-gele slingers werden als trofeeën van een opwindend uitje meegevoerd.
Nu blokkeren verlaten auto’s met nog openstaande deuren de wegen. De selfie midden in een bollenveld is de moderne trofee. Ter plaatse worden grote hoofden met een kleurige achtergrond op de sociale media gedumpt om met de wereld hun “goede gevoel”- ervaring te delen.
Dan zijn er ook nog de zich professioneel wanende amateurfotografen, die met hun gloednieuwe 20.000 pixelapparaten, op hun buik liggend, die ene bijzondere tulp willen fotograferen. Ondertussen worden tientallen andere bloemen geplet bij het kiezen van de juiste positie. Niet wetend dat die bijzondere tulp ziek is en zo snel mogelijk wordt vernietigd.
Zelf ga ik op de fiets. Het vechten met windkracht 5 hoort daarbij. Ik troost me met de gedachte dat fysieke inspanning goed is. Het goede gevoel verdwijnt snel als ik door gezellig keuvelende elektro-pensionado’s wordt ingehaald.
De eerste tulpen zijn alweer gekopt. Over een paar weken is de unieke kleurschakering verdwenen en heeft plaats gemaakt voor wit en paars bloeiende aardappelvelden en het geel van koolzaad. Gecombineerd met het frisse groen van graan en de bloeiende akkerranden is het nog steeds mooi, maar te weinig spectaculair voor massatoerisme.
Dan wordt de polder weer van de bewoners. Het is als familiebezoek. Even is leuk maar het mag niet te lang duren. Je moet er niet aan denken dat je in Amsterdam woont en het hele jaar gasten over de vloer hebt.